Stichting Quasir cliëntenvertrouwenspersonen

De Cliëntenvertrouwenspersoon WZD op locatiebezoek.


De CVP brengt ieder kwartaal een bezoek aan een woning voor mensen met dementie of een andere psychogeriatrische zorgvraag. Tijdens een van de bezoeken vraag ik vriendelijk aan de aanwezige bewoners of het goed is of ik even bij hen aan tafel kom zitten en een kopje koffie mee drink. Ja, hoor natuurlijk mag dat, antwoord een van de bewoners, ‘gezellig’.


Een van de verzorgenden vraagt mij of ik zin heb in koffie? Ja, daar heb ik wel zin in. ‘Heeft u ook iets in de koffie?’ vraagt ze. ‘Een beetje suiker en een beetje melk’, antwoord ik. Twee van de aanwezige bewoners roepen in koor: ‘zo, dat is een dure klant’. Op deze manier is steevast het ijs gebroken en het begin van het contact gemaakt.


Na een praatje over het weer en familieleden die wel of niet op bezoek zijn geweest vraagt een meneer wat voor werk ik eigenlijk doe. Ik vertel hem dat ik mensen op zoek die in verpleeghuizen wonen. Ik vraag dan hoe het met hen gaat en of ze tevreden zijn over de zorg en of er iets is wat ze niet prettig vinden. ‘Ja, zegt een meneer die aan dezelfde tafel zit, dan heb ik wel iets denk ik’. ‘Als u wilt mag u wel op mijn appartement komen, dan kan ik het u vertellen als ik alleen ben’ ‘Dat is goed’ zeg ik en een kwartier later loop ik met meneer mee naar zijn appartement.


Meneer vertelt dat hij niet goed weet waarom hij hier moet wonen. ‘Ik ben toch nog veel te goed om hier te wonen?’ Ik ben hier gekomen omdat ik moest revalideren maar dat is al lang gebeurd en ik woon hier nog steeds…’ ‘Met de mensen die hier wonen kan ik niet praten, ze lopen steeds mijn deur van mijn appartement binnen omdat ze denken dat mijn deur de uitgang is.’ ‘De echte deur van de uitgang is altijd op slot en dan gaan ze bij mij naar binnen’. Na een goed gesprek bied ik meneer aan om samen een gesprek met de arts te voeren met de vraag wat de reden is dat hij in het verpleeghuis op de gesloten afdeling woont. In het gesprek dat twee weken later plaats vind legt de arts uit wat de reden is dat meneer opgenomen is op de gesloten woning van het verpleegtehuis. Dat had hij al vaker gedaan maar meneer schijnt het niet goed te begrijpen of te onthouden. In de loop van het gesprek komt aan de orde dat deze woonafdeling niet echt passend is voor meneer en dat een andere vorm van opvang en zorg beter zou kunnen passen. Bovendien zou meneer dan meer vrijheden kunnen genieten en sociaal meer aansluiting vinden. Daar willen de arts en de manager graag aan mee werken.


De CVP Wzd legt met goedkeuring van de cliënt contact met de mentor van meneer. De mentor erkent dat deze meneer een andere zorgvraag heeft. In samenwerking met de zorgorganisatie wordt hij aangemeld voor een andere vorm van zorg. In deze situatie kan de cliëntenvertrouwenspersoon Wzd door een locatiebezoek in contact komen met cliënten die hem in vertrouwen kunnen nemen en hun ongemak of verzet tegen het wonen in een gesloten woonvorm kenbaar kunnen maken. Met ondersteuning van de CVP Wzd, in een onafhankelijke rol, krijgt deze cliënt een stem in zijn behoefte aan een meer passende woon-en zorgomgeving. 



De kern van de taak van de CVP Wzd, is het ondersteunen van mensen die zelf de regie niet meer goed kunnen voeren door hun beperkingen. Dit doet de CVP door op een passende manier contact te maken, goed te luisteren en te ondersteunen bij mogelijke verbeteringen en alternatieven die meer vrijheid mogelijk maken voor de cliënt.

Share by: